Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van het Vlaams Gewest heeft in haar dienstorder MOW/2020/01 van 28 september 2020 een compensatieregeling uitgewerkt voor opdrachtnemers van overheidsopdrachten die als gevolg van de coronamaatregelen dien(d)en te voorzien in:
In essentie kan de regeling als volgt samengevat worden.
De compensatie betreft een dagelijkse forfaitaire vergoeding, berekend aan de hand van de volgende formule:
I x 2 x d x n
met I = de compensatie voor woon-werkverkeer in euro per werkdag, hetzij 0,3653 EUR of 0,21 EUR voor
arbeiders die met de fiets naar de werf zouden komen;
d = de afstand tussen de dichtstbij gelegen exploitatiezetel van de opdrachtnemer en de werf, via de snelste route;
n = het aantal werknemers dat overeenkomstig ‘Checkinatwork’ of het dagboek van de werken aanwezig is op de werf per werkdag.
Deze vergoeding geldt voor elke dag vanaf 18 maart 2020 waarop de opdrachtnemer ingevolge de coronamaatregelen individueel vervoer heeft dienen te organiseren i.p.v. collectief vervoer.
Zo de opdrachtnemer reeds voor 18 maart 2020 individueel vervoer organiseerde of het niet gebruikelijk of nodig is voor de aard van de werken om collectief vervoer te organiseren, kan deze compensatieregeling geen toepassing vinden.
Uitsluitend opdrachtnemers van overheidsopdrachten voor werken en manuele diensten kunnen aanspraak maken op deze vergoeding en dit mits voorlegging van de nodige verantwoordingsstukken.
Vergoeding bijkomende persoonlijke veiligheids- en gezondheidsmiddelen
Het betreft een integrale vergoeding voor de extra veiligheidsmiddelen.
Hiertoe dient de opdrachtnemer:
Toepassingsgebied
Het dienstorder is vanaf 18 maart 2020 van toepassing op overheidsopdrachten die:
In het geval van een gezamenlijke overheidsopdracht met meerdere aanbestedende overheden is voorzien in een aangepaste regeling in functie van het aandeel van de entiteit van het beleidsdomein MOW.
Daarentegen is het dienstorder niet van toepassing op overheidsopdrachten:
Voor meer informatie kunt u terecht bij Maarten Somers en David Van Valckenborgh.